Vul de netwerknaam (SSID) in waarmee het apparaat verbinding zal maken.

Als het apparaat in een Ad-hoc netwerk communiceert en er geen toegangspoort is, moet u de optie “Dit is een Ad-hoc netwerk en er is geen toegangspoort” inschakelen. Als u deze optie selecteert, moet u ook het netwerkanaal dat u gebruikt zelf selecteren. Raadpleeg de informatie over kanaalinstellingen in de documentatie van uw computer als u niet zeker weet welke kanaalinstellingen u gebruikt.
image