Certificaatconfiguratie.
Clientcertificaat
Selecteer het clientcertificaat voor EAP-TLS-verificatie. Hiertoe moet u het certificaat eerst configureren op de pagina "Certificaat configureren" van de interne webpagina (EWS) van uw apparaat. (U hoeft het clientcertificaat niet te selecteren als u een andere verificatiemethode als EAP-TLS gebruikt.)
Verificatie van servercertificaat
Selecteer de verificatiemethode voor het servercertificaat. (U hoeft de verificatiemethode niet te selecteren als u LEAP gebruikt.)
  • Geen verificatie
    Het servercertificaat wordt vertrouwd zonder verificatie.

  • CA-cert.
    Het servercertificaat dat door de certificaatautoriteit (CA) wordt uitgegeven, wordt geverifieerd door het CA-certificaat dat op dit apparaat is geïnstalleerd. U dient het certificaat eerst te configureren op de pagina "Certificaat configureren" van de interne webpagina (EWS) van uw apparaat.

  • CA-cert. + server-id
    Het servercertificaat (uitgegeven door de CA via het CA-certificaat dat op dit apparaat is geïnstalleerd) en de algemene naam (Server-id) worden geverifieerd. U dient het certificaat eerst te configureren op de pagina "Certificaat configureren" van de interne webpagina (EWS) van uw apparaat.

Server-id
Voer de server-id in voor verificatie van het servercertificaat. De server-id is de algemene naam van het servercertificaat.

Certificaat configureren
Als u een clientcertificaat of CA-certificaat gebruikt, moet u het certificaat eerst configureren op de pagina "Certificaat configureren" van de interne webpagina (EWS) van uw apparaat.

image