Data Replicator 3 gebruiken
Klik op de volgende belangrijke functies om kennis te maken met Data Replicator 3.
Een back-up maken van gegevens op pc
Volg de onderstaande stappen om uw back-up terug te zetten. U kunt ook gaan naar Geavanceerde instellingen voor andere instellingen waarmee u de back-up van de gegevens op uw pc kunt personaliseren.
U kunt een back-up maken van uw pc-gegevens naar een Synology server of een andere locatie. Aan het einde van de back-up kunt u de back-upbestanden terugvinden in uw toegewezen map.
1.1 Een back-up maken naar een Synology server
1.2 Een back-up maken naar een andere locatie
Data Replicator 3 biedt 3 back-upmodi voor een optimale gebruiksvriendelijkheid: Onmiddellijk, Sync en Planning.
3.1 OnmiddellijkAls u op knop Onmiddellijk klikt, wordt onmiddellijk een back-up van alle bestanden in de geselecteerde lokale map(pen) naar de back-updoelmap gemaakt.
3.2 Sync
Als u op de knop Sync klikt maakt Data Replicator 3 een volledige back-up van alle bestanden in de geselecteerde map(pen) naar de back-updoelmap. Daarna start Data Replicator 3 met de controle van deze map(pen). Naarmate u wijzigingen uitvoert, maakt Data Replicator 3 uitsluitend een back-up van de bestanden die gewijzigd werden.
Opmerking:
Klik op de knop Stop Sync in het programmavenster van Data Replicator 3 om de controle te stoppen. Als het programmavenster geminimaliseerd werd naar het systeemvak moet u dubbelklikken op het Data Replicator 3-pictogram om het te openen.
3.3 Schema
Data Replicator 3 kan ingesteld worden om regelmatig op het aangegeven tijdstip automatische back-ups te maken. Volg hiervoor deze procedure:
Opmerking:
Wanneer de planning is ingesteld kunt u Synology Data Replicator 3 afsluiten of het programmavenster minimaliseren naar het systeemvak. Synology Data Replicator 3 voert de geplande back-up automatisch uit op het ingestelde tijdstip.
Klik op Schema verwijderen om de geplande back-up te stoppen en de instellingen te verwijderen.
Als u een back-up wilt maken van Outlook, Outlook Express of Windows Mail bestanden mag u het volgende niet vergeten:
|
Om back-upbestanden terug te zetten, moet u eerst een back-updoelmap selecteren en vervolgens een van de volgende methoden selecteren om uw back-upbestanden terug te zetten:
In de meeste situaties, kunt u, als u zeker weet waar de back-upbestanden zich bevinden, Herstel door te bladeren gebruiken om uw bestanden terug te zetten:
Als u niet zeker bent waar de back-upbestanden zich bevinden, of u wilt enkel bestanden terugzetten met een bepaald trefwoord, moet u de onderstaande stappen volgen:
Als u een doelpad selecteert, kunt u kiezen uit:
Als u deze optie selecteert, hoeft u de e-mailberichten en het adresboek niet handmatig te importeren. De pc-gegevens worden vervangen door de herstelde bestanden. Als u deze optie selecteert, kunt u de gegevens terugzetten naar een specifiek pad en de e-mailberichten en het adresboek handmatig importeren met Outlook/Outlook Express/Windows Mail. |
In de Optiesectie kunt u de geavanceerde back-upinstellingen als volgt instellen.
Filter
Gebruik deze functie om een nauwkeurige back-up te maken van bestanden. Het uitsluiten van bestanden met een bepaald prefix of een bepaalde extensie uit de back-up zal de back-upprocedure versnellen. Volg deze stappen om door te gaan:
- Klik op Filter.
- Klik op Toevoegen aan de rechterzijde van de optie "Extensie" of "Prefix".
- Voer het specifieke criterium in, bijvoorbeeld, ".exe" voor extensie of "~" voor prefix.
- Klik op OK om het set-updialoogvenster te sluiten en klik opnieuw op OK om de instellingen op te slaan.
E-mailmelding inschakelen
Gebruik deze functie om back-upinformatie te ontvangen via e-mail wanneer het back-upschema is voltooid.
- Klik op SMTP set-up.
- Voer geldige e-mailgegevens in en klik op OK om te voltooien.
Bestandsversies inschakelen
Waartoe dient de functie bestandsversie?
Als u de functie bestandsversie inschakelt, kunt u de geschiedenisedities van hetzelfde bestand bijhouden.
Wanneer de eerste back-up voltooid is, worden alle back-upbestanden opgeslagen in de map "latest" in de back-updoelmap. Vanaf de volgende back-up zal Data Replicator 3 automatisch controleren of er al een bestand bestaat met dezelfde naam in de map "latest". Zo ja en als de inhoud van de bestanden werd gewijzigd, wordt het vorige back-upbestand in de map "latest" verplaatst naar de map "past" als een oudere versie en wordt er een back-up gemaakt van het bestand op uw computer naar de map "latest". In deze map vindt u de meest recente back-upbestanden.
Opmerking:
Het bestand waarnaar hierboven wordt verwezen moet in dezelfde map staan. Wanneer u dus dezelfde account gebruikt om een back-up te maken van de map, wordt de vorige versie daar gemaakt.
Als de functie bestandsversie is ingeschakeld en u stelt incorrecte en onomkeerbare bewerkingen vast op uw lokale bestanden, kunt u de geschiedenisbestanden terugvinden in de back-updoelmap en deze bestanden eenvoudig terugzetten.
Aantal vorige versies
U kunt hier het aantal vorige versies van de back-upbestanden dat u wilt opslaan instellen, met een maximum van 20. De bestandsnaam of de vorige versiebestanden zullen worden toegevoegd met "v00", "v01" enz. Hoe hoger het getal, hoe recenter de versie.
Stel een aantal vorige versies in om te beslissen hoeveel vorige versies bewaard moeten blijven in de back-updoelmap. Volg deze stappen om door te gaan:
- Vink
Bestandsversies inschakelen aan.- Stel een aantal vorige versies in en klik op Toepassen om de instellingen op te slaan.
Herstelpunten
Wat zijn herstelpunten?
Telkens als er een back-up werd gemaakt, wordt een map opgeslagen met de naam van het begintijdstip van de back-up die alle bestanden van deze back-up bevat. Dit wordt het herstelpunt.
Het bestand dat nooit gewijzigd werd, verschijnt in ieder herstelpunt na iedere back-up. Er wordt echter slechts een bestandschijfgrootte ingenomen.
Aantal herstelpunten
U kunt hier instellen hoeveel herstelpunten u wilt bewaren, met een maximum van 128 herstelpunten. Als het aantal herstelpunten de ingestelde waarde overschrijdt, worden de oudste herstelpunten op de back-updoelmap automatisch verwijderd na de volgende back-up.
Ondersteuning & beperking De herstelpuntfunctie wordt uitsluitend ondersteund in Windows 2000 / Windows XP / Windows 2003 / Windows Vista.
Automatisch starten bij aanmelden
U kunt Synology Data Replicator 3 automatisch laten starten wanneer u zich aanmeldt in Windows. Volg deze stappen om door te gaan:
- Vink Data Replicator 3 automatisch starten wanneer Windows start.
- Klik op Toepassen.
Gegevensconsistentie controleren voor synchronisatie
U kunt beslissen of u de gegevensconsistentie wilt controleren voor Data Replicator in modus synchroon gaat. Volg deze stappen om door te gaan:
- Selecteer Gegevensconsistentie controleren voor synchronisatie.
- Klik op Toepassen.
Opmerking:
Als u deze optie uitschakelt en Data Replicator afsluit is het mogelijk dat toegevoegde, verwijderde of bewerkte gegevens niet worden gesynchroniseerd op de server de volgende keer dat u Data Replicator opstart.
Identieke mappen bewaren op de doelserver
U kunt het systeem zodanig instellen dat het bestanden in de map "latest" bewaart die identiek zijn aan de bestanden op uw lokale computer. Volg deze stappen om door te gaan:
- Vink Wanneer lokale bestanden worden verwijderd, de tegenovergestelde back-upbestanden ook verwijderen aan.
- Klik op Toepassen.
De maximumgrootte van het logboekbestand is 512KB; als het logboekbestand deze limiet bereikt, worden de oudste 128KB verwijderd.